Tsunami, bandenhandel, kalligrafie, wc’s en salarymen 16-22sept
22 september 2019 - Matsumoto, Japan
Ik wilde ook naar de regio gaan waar in 2011 de tsunami was en ben in de miljoenenstad Sendai, ongeveer 80 km van de Fukushima-kerncentale. Ik logeer bij Sachiko (v) en Masumi (m) Mori, beiden 74, leuke, vitale mensen. De grote aardbeving - zoals de tsunami hier wordt genoemd, komt geregeld ter sprake. Sachiko vertelde dat ze uren onder de tafel heeft gezeten in afwachting van berichten van de overheid en onzeker over Masumi die lopend naar huis moest zien te komen. Hen zelf is persoonlijk niets overkomen, maar Masumi wees me aan waar het water 5 meter hoog had gestaan. Toch was er na 1 dag al weer elektriciteit en na een week hadden ze weer water. Op straat zie je borden die waarschuwen voor tsunami’s en op plattegronden van kuststeden zijn de hoger gelegen plekken aangegeven waarheen je moet vluchten bij tsunami-alarm. Sachiko heeft zich enorm ingezet voor slachtoffers van de tsunami, vertelde Masumi en hij heeft toen besloten voortaan voor zijn vrouw het ontbijt te maken. Morgenvroeg maakt hij voor ons japanse pannekoekjes.
Masumi wil me zijn bedrijf laten zien en me voorstellen aan zijn personeel. Zoals ik in japanse les heb geleerd, zeg ik hajimemashite (aangenaam kennis te maken) tegen zijn mensen en kijk ze vriendelijk aan. Ze moeten lachen, want zo moet het niet. Ik vergeet de beleefde buigingen en gebruik veel meer intonatie dan japanners doen. Masumi zit in de internationale handel in van alles, nu tweedehands banden. Een thaise werknemer bedient een machine die in één band 3 andere banden kan persen. Zo passen er 4 keer zoveel banden in een container. Die gaan naar Bangladesh. Hoe krijgen ze die banden daar dan weer uit elkaar? Dat vraagt Masumi zich ook af.
Sachiko geeft op woensdagochtend kalligrafie-les en ik mag meedoen. Ze gaat mij het karakter leren voor ‘berg’. Maar eerst inkt wrijven met de gestrekte vingers van mijn rechterhand en mijn linkerhand alsof ik een ei vasthoud in mijn schoot, niet op tafel. Zo moet ik me nu 5 minuten concentreren op het komende kalligraferen. Ik doe mijn best. Intussen komen de leerlingen binnendruppelen. Uitgebreid buigen en begroeten. Iemand heeft potjes jam meegenomen en ineens zijn ze recepten aan het uitwisselen. Zo geconcentreerd gaat het dus helemaal niet! Ik oefen de berg een keer of 10. Ze vinden het allemaal prachtig. Applaus voor elke berg. Ik geloof er niks van.
De moderne japanse wc is een groot genoegen. Op de eerste plaats hebben ze een verwarmde bril. Sommige wc’s beginnen een klaterend geluid te maken als je erop gaat zitten. Dit is om poep- en piesgeluiden te overstemmen. Gisteren had ik een wc die vanzelf zijn klep opende toen ik binnenkwam. Ik schrok er gewoon van! Er hangt een bedieningspaneel met een uitgebreid keuzeprogramma. Meestal alleen in het japans. Dus ik probeerde alle knoppen uit en allerhande harde of zachte stralen lekker warm water doen hun werk. Ik kan niet anders zeggen: het is een feestje. Het japanse wc-papier is heel dun, daar kun je inderdaad niets anders mee dan jezelf droog deppen. Zuinig met water is het niet. Daarvoor moet je zijn bij de klassieke wc. Bovenop het waterreservoir zit een eenvoudig kraantje met wasbakje. Als je doorspoelt, gaat meteen dat kraantje lopen en kun je je handen wassen. Je waswater komt in het reservoir en wordt hergebruikt als spoelwater voor de volgende. Slim!
Hide (m, 29) pikt me op op het station van Matsumoto. Ik ben het weekend te gast bij een jong gezin. Ze wonen in een heel groot huis in japanse stijl dat ze een jaar geleden hebben laten bouwen. Hide is hr-medewerker bij Epson. Het duurt even voordat ik begrijp wat hij doet, omdat japanners de R ongeveer als een L uitspreken. Hij draagt het uniform van de japanse salaryman: een zwarte broek en leren schoenen met een spierwit overhemd. Thuisgekomen eerst in bad, piama aan en met zijn dochter Mei (5) spelen, terwijl zijn vrouw Asuka (35) met de baby op haar rug gebonden aan het koken is. Als zij de eerste gerechtjes op tafel zet, begint Hide meteen. Tegen de tijd dat Asuka aan tafel komt, is hij klaar. Het gezellige nederlandse tafelen, heb ik nog niet meegemaakt.
Matsumoto is een prettige stad in de bergen bij Nagano. Hide en Asuka zijn er uit Tokio heen verhuisd. Hier is het leven veel beter, vinden zij. Rustiger, natuur, ruimte. Hide hoeft hier niet tot diep in de avond door te werken, zoals in de grote steden vooral bij grote bedrijven nog altijd de gewoonte is. Ken ik de term karōshi? Ja, die is in mijn japanse les besproken: dood door overwerk. Het bestaat. Mensen raken depressief en worden gesloopt door het slavenbestaan. En hoe zit het met Asuka? Gaat zij weer werken als de kinderen wat groter zijn? Ze zegt dat het voor een carrière belangrijk is, om meteen na je afstuderen te beginnen bij een groot bedrijf. Als je die boot mist, lukt het nauwelijks meer. Ze denkt alleen nog parttime baantjes te kunnen krijgen. De ‘baby-boete’, waarover momenteel veel te doen is, lijkt in Japan nog groter dan bij ons.
Asuka’s broer blijft wel in Tokio wonen, dichtbij zijn ouders die dan voor zijn kind kunnen zorgen terwijl hij en zijn vrouw allebei werken om het dure bestaan te kunnen financieren. Hij zoekt woonruimte en kreeg een betaalbaar appartementje aangeboden. Onder de grond, zonder ramen, zonder daglicht. Het bestaat.
Ik ben nog niet in Kyoto of Tokyo geweest en ik ben van plan naar het kunsteiland Naoshima te gaan, dus hedendaagse kunst ga ik nog wel zien. Maar in de regio’s waar ik was, zag ik traditionele kunst, veel ukiyo-e, de japanse houtsnedes en kamerschermen met gestileerde landschappen.
Ik gaf Sachiko, de lerares kalligrafie, een boekje over hollandse impressionisten, Breitner, Israëls etc. Ze raakte niet uitgepraat over de manier waarop gezichten gedaan waren. Geen ogen, geen monden - hoe kan dat nou! Ze zou het boekje de volgende dag meteen aan haar tennisvriendinnen laten zien...
Zo’n ondergronds huisje is natuurlijk niet fijn wonen. Maar er bestaan ook mooie voorbeelden van japanse tiny houses waarbij elke vierkante centimeter is doordacht en die helemaal vervlochten zijn met de buurhuizen. Misschien kom je die ook nog tegen.
En ik vroeg me af: wie zorgt er eigenlijk voor de oude mensen? Gaat dat in de stad anders dan op het platteland?
Geniet maar weer!
Lijkt me een leuke ervaring
NB: japanners spreken sumo uit als smo