Hokkaido, het noordelijke eiland van Japan 2-9sept
10 september 2019 - Sapporo, Japan
Het is anderhalf uur vliegen van Sakhalin naar Sapporo, de hoofdstad van Hokkaido. Rusland uitkomen was nog niet zo eenvoudig, want de douane kon me niet vinden in hun systemen. Blijkbaar ben ik al die tijd clandestien in het land geweest. Was wel geinig om te zien dat ze daar gegeneerd over waren. De douane in Japan pakt het anders aan: in razend tempo wordt iedereen door een parcours geleid: een desinfecterende loopmat, je temperatuur wordt gemeten, ze nemen vingerprints en een foto, visum-sticker in mijn paspoort en hup: ik sta op straat.
Ik ben te gast bij Akira (m) en Aeko (v) in Sapporo via de organisatie Servas. Hun appartement is propvol spullen die zij verzameld hebben op hun reizen over de wereld. De muren hangen vol foto’s en kunstwerkjes. En ze houden 2 krekels die ‘s nachts zingen. Aeko maakt een traditioneel Japans diner, opgediend in allerlei verschillende japanse schaaltjes. Ze heeft 3 kasten vol servies. Ik merk dat zij beiden zacht praten, langzaam bewegen, alles gaat gedempt en bedachtzaam en het is heel vaak stil. Ik probeer mijn volume ook wat omlaag te brengen en niet zo met mijn armen te gebaren.
Otaru is een toeristische havenplaats bij Sapporo die rond 1920 zijn hoogtijdagen beleefde. Daar ga ik een dagje rondkijken. Het is nog altijd heerlijk slenterweer. In een oud bankgebouw is een museum met angstaanjagende japanse prenten. Er zijn zoveel eettentjes (en ik kan niets lezen) dat ik door de bomen het bos niet zie en mijn honger maar stil met russische koekjes die toch op moeten. Ik weet niet meer precies hoe ik terugkom bij het busstation en fabriceer een japanse zin: ‘sumimasen, basu no eki wa doko desu ka’. Het werkt, een chique Japanse dame wijst me de weg! En even later komt ze voorbij in een taxi en geeft me een lift!
Aeko schrijft met penseel en inkt voor mij een oud japans gedicht in de tatami-kamer aan het lage tafeltje. Het gaat over kersenbloesem en treurwilgen in Kyoto waarvan je hart vervuld raakt.
Yoko, een vriendin van Aeko is koto-lerares en ik mag een kotoles bijwonen. Een koto is een japanse citer. Bij binnenkomst knielde Aeko op de grond en boog voor Yoko en de leerlingen, ik volgde haar voorbeeld en iedereen boog terug. Ze speelden twee klassieke japanse stukken. ‘Subarashi’, kon ik uitbrengen. Betekent: geweldig, fantastisch! Blij dat ik wat japans heb geleerd. En daarna was er japanse groene thee met zoetigheid en heel veel geklets, waar ik niet veel van verstond.
Akira geeft les in kyudo, japans boogschieten. Of ik zin heb om te komen kijken? Tuurlijk! Er zijn vooral veel jonge vrouwen, allemaal in prachtige zwart-witte kostuums. Ze maken trage, gestileerde bewegingen met heel veel aandacht voor elk detail. Prachtig om te zien. Die oude Akira, die bijna een uur moet reizen en ‘s avonds laat weer terug, is zo toegewijd, zelfs met zijn beginnende parkinson waardoor zijn handen trillen en het voor hem zelf moeilijker wordt te schieten. En Aeko die ook de kracht niet meer zo heeft, maar trouw met hem meegaat.
Met mijn nieuwe hosts Kaori (v) docent Engels en Yasushi (m) schoolhoofd, ga ik eten in een ramenshop. Ook Tuuli, een uitwisselingsstudent uit Finland die bij hen woont, gaat mee. Ramen eten zonder spetteren, gaat niet. We krijgen papieren schortjes van het restaurant. Je eet ramen met stokjes en een klein formaat soeplepel. Valt niet mee, maar slurpen mag. Na de laatste hap vertrekken we meteen. Maar o help! Ik heb mijn mobiel in het restaurant laten liggen. Yasushi rijdt snel terug, maar de zaak is al dicht. Heb die nacht niet goed geslapen, maar hij mijn telefoon was netjes afgeleverd bij de kassa en ik heb hem weer terug! Subarashi!
Ik ben alleen op pad met het ov in miljoenenstad Sapporo. In de metro staat alles ook in romeins schrift, dus het lukt. In het Odori-park is het Autumn Fest begonnen. Iedereen zit om 11 uur al aan de yakitori, de sushi, de ramen en aan het beroemde Sapporo-bier. Lekker, maar ik heb zin in cappucinno... In het oude gemeentehuis van Sapporo hangen grote schilderijen. Op een ervan is de keizerlijke stoet afgebeeld die op bezoek komt in Hokkaido. Op de voorgrond boeren die de grond bewerken en met hun rug naar de keizer toe staan. Dat is omdat zij niet naar de keizer mogen kijken, legt een japanner uit. Als ik zeg dat achterstevoren staan bij ons onbeleefd is, moet hij heel erg lachen.
Servas is opgericht na WO II, met het idee dat vriendschappen tussen mensen uit verschillende culturen kunnen bijdragen aan vrede. Servas heeft veel leden in Japan. De organisatie is een ideologische voorloper van Couchsurfing, maar heeft last van de wet van de remmende voorsprong. Maar ik heb er mijn hosts gevonden. De jaarlijkse Hokkaido Servas-meeting is op 7 sept, toevallig net nu ik er ben. Samen met Yasushi en Kaori ging ik erheen. Het was een deftig westers diner. Elk lid vertelde wat en ik had - geholpen door Kaori - een klein woordje in het Japans voorbereid. Tot slot samen op de foto.
Mitsuru-san woont in een houten chalet-achtig huis bovenop een berg met een sprookjesachtig uitzicht over het Toya meer in zuid Hokkaido. Mitsu was verpleegkundige op een school. Leuk om bij een andere single vrouw te logeren. We eten uit haar moestuin. Ze had speciaal voor mij brood gekocht en is heel verbaasd dat wij in Nederland rijst eten. Ik slaap op een futon, een matras die overdag wordt opgevouwen, dus elke avond mijn bed installeren op de tatami-mat.
Het Toya-meer was gisteren in sfeervolle grijze nevels gehuld, maar vandaag komt de zon door. Mitsu en ik gaan fietsen rond het meer, 43 km. We zetten het zadel van een van Mitsu’s fietsen in de hoogste stand, maar ik heb nog altijd mijn knieën bij mijn oren. Afin, we gaan. Het is 27 graden en behoorlijk vochtig, maar Mitsu is gekleed in een sportshirt met kraag en lange mouwen, daaroverheen een t-shirt, lange broek, sneakers met sokken, witte handschoenen, shawl en hoedje. Er mag absoluut geen zon bij komen!
In de ijsjeswinkel komt een oudere dame een praatje maken:
- hello
- hello, konnichiwa (probeer ik in het japans)
- Japan hot!
- yes, it is hot today
- where you from?
- Oranda
- oooooh! bye!
‘s Avonds eten we in een klein tentje. Een stoere japanse kokkin kookt er al 20 jaar en de man van de plaatselijke garage met nog 2 bruine ondertanden, is vaste klant aan de tap, vertelt Mitsu. Hij zit de hele avond naar me te lachen. Er zit een hip stel uit Tokyo en later komen nog 2 jonge mensen eten die uit Hongkong komen. Iedereen praat met elkaar. Mitsu knoopt met iedereen een praatje aan. De kokkin brengt gerechten die stuk voor stuk heerlijk smaken: een dikke maar luchtige omelet, een reusachtige inktvis met mayo, gefrituurde kip, ramen-salade. En natuurlijk grote pullen Sapporo-bier. Wat wij over hebben, geeft Mitsu aan de andere gasten en omgekeerd komt er ook weer wat terug.
Hoewel Mitsu zegt dat ik zo lang mag blijven als ik wil en we het gezellig hebben, is dit toch ons afscheidsdiner. Japan is groot en ik heb nog zoveel op mijn lijstje staan. Morgen ga ik verder, naar de oude stad Hakodate.
Nou... het was enkele dagen wachten... maar daar ging jouw verhaal weer verder. Natuurlijk verwend... steeds na enkele dagen een bericht en nu zelfs een week! wachten! Ik begon me al lichtelijk zorgen te maken! Ha
Wat vertel je toch heerlijk plastisch... ik amuseer me ermee en verheug me erop!
Wat enig al die verschillende mensen met hun gebruiken en gewoonten.
Ga door met genieten en samen genieten van meer verhalen, doen we later!
Wat heerlijk om zo van het ene in het anderen te druppen, het lijkt allemaal vanzelf te gaan... zijn de Japanse lessen toch niet voor niks geweest... ik ben onder de indruk van je lef (reizen terwijl je niks kan lezen) en je sociale kwaliteit om contact te maken met andere mensen... dikke knuffel!
Leuk om deze verhalen vanuit een toch nogal andere belevingswereld te lezen. Boeiend dat je een enorme verscheidenheid aan mensen ontmoet! Veel goeds en plezier!
Het is genieten geblazen, voor jou en ook voor ons lezers. 😎🙋♀️